Voor ongeveer 10% van de kinderen in de onderbouw ontstaan er, ondanks alle oefeningen, gedurende groep 3 & 4 problemen met het leren lezen. Hoe kunnen we deze kinderen tot lezen laten komen?
Kleuterfase
Regelmatig zijn er signalen in de kleuterfase die wijzen op mogelijke problemen bij het systematisch leren lezen. Signalen als:
- Moeite hebben met het onthouden van de namen van klasgenootjes, kleuren en de dagen van de week
- Nog geen of weinig interesse voor letters
- Verhalen vertellen zonder kop of staart
- Moeite met het benoemen van links en rechts
- Moeite hebben met het hanteren van een volgorde
Voor deze kinderen is het belangrijk dat ze ontdekken dat letters geen ‘dode dingen’ zijn, maar dat in taal verhaaltjes verborgen liggen die door lezen tot leven kunnen komen (M.J. Krabbe).
Het verkleind lettersysteem biedt uitkomst
Een goede optie is het aanbod van klanken/letters te verkleinen. In de kleuterbouw bied je, in deze vorm, slechts 8 klanken/letters intensief aan. Bij 6 van de gekozen letters roept de klank van de letter tevens een belevenis op. We noemen ze, naar voorbeeld van M.J. Krabbe, ‘levende letters’.
Neem voor het verkleind lettersysteem de volgende letters: a-o-i-f-m-k-s-b. De k en i zijn niet naar klank gekozen, maar naar vorm. Je kunt er het woord ‘ik’ mee maken. Deze letters kun je eventueel inwisselen voor letters die voorkomen in de naam van het kind.
Een kijkje in de keuken
De afgelopen jaren heb ik in groep 2 intensief met deze ‘levende letters’ gewerkt. Het gaat in deze manier van werken vooral om de vrije verkenning van de klanken. Ik bood één klank/letter per periode van 3 weken aan en liet voorgaande klanken regelmatig in spelvorm terugkomen. Daarnaast werkte ik vooral op de voorwaarde om tot lezen te komen.
Wat zijn ‘levende letters’?
Om je een beeld te geven van een ‘levende letter’, neem ik je mee op reis. We nemen als voorbeeld de letter k.
“Waar doet dit geluid je aan denken?” Maak zuiver fonetische plofjes zonder bijklanken (k-k-k-k-k). Welke associaties noemen de kinderen? Het tikken van een vogel tegen het raam? Steentjes die neerploffen? Komt er een plaatje naar boven van een woord waarin een k-klank voorkomt? Het kind koppelt de klankbeleving van de k aan een beeld en maakt er een tekening bij. Het letterteken komt er bij en zo ontstaat vanzelf het besef dat letters:
- een klank hebben – zo klinkt de letter
- een vorm hebben – zo ziet de letter eruit
- een naam hebben – zo noemen we de letter (alfabetische naam)
De beleving van een letter kan per kind verschillen. Belangrijk is dat hun eigen beleving, hun eigen beeld mogen gebruiken. Zo had ik in een groepje 3 verschillende belevingen en beelden bij de letter k. Er kwam een pyjama voorbij waarop het logo van K3 stond, ontstond er een kledingkast met hangers en tekende een kind een koekje. Ook bood ik een klassikaal beeld aan. In dit geval de k van ‘koning’. Wanneer ik in de weken erna het klankgebaar van de klank -k- toevoegde of de letter liet kleien en vroeg welk plaatje hoorde bij hun -k-, kwamen ze steeds weer met hetzelfde beeld naar voren, namelijk hun eigen beeld. Een eigen beeld versterkt namelijk de beleving.
Wat me opviel tijdens de begeleiding is het volgende: vooral kinderen die (nog erg) in beelden denken, beleven veel plezier aan het werken met het verkleind lettersysteem. Vooral in het associëren bij klanken. Daarnaast scoorde alle kleuters aan het einde van groep 2 goed op de algemene letterkennis. Naast de 8 aangeboden letters, bleken ze veel meer letters opgepakt te hebben dan er aangeboden waren. In groep 3 bleek deze groep kinderen de aangeboden letters bij de kernen sneller correct tot zich te nemen.
Van korte straat naar lange straat
Voor de kinderen in groep 3 en hoger is het handig om letterklanken op een beeldende en gestructureerde manier te rubriceren. Dit kan bijvoorbeeld, naar het idee van drs. G. Veenstra, door het maken van een plattegrond van een dorp met daarbij een bos voor de medeklinkers, een korte straat voor de korte klinkers, een lange straat voor de lange klinkers, een 2-straat voor de dubbele klinkers, een 3-straat voor de drieklinkers en een 4-straat voor de vierklanken eeuw en ieuw.
Ook hier gaat het om de beleving. Kinderen bouwen, tijdens mijn begeleiding, met de huisstenen van LetterKlankStad hun eigen dorp en ontdekken spelenderwijs de verschillende categorieën zoals hierboven beschreven. Zo hebben de huisjes van de 2-straat bijvoorbeeld twee dakjes en die van de 3-straat drie.
Daarnaast krijgen alle klanken een fysiek huis dat ingevuld wordt met de vorm (zo ziet de letter/ klank eruit), tekeningen van het kind, vormen we de klank met onze mond en ontdekken we hierbij de stand van onze mond (zo klinkt de letter) en geven we de klank een (alfabetische) naam. Tijdens een remediërend traject beginnen we met de klanken die moeilijk willen beklijven, maar maken we altijd de reeks af. Zo bestaat de 2-straat bijvoorbeeld uit twaalf verschillende huisjes, die met verschil van lengte in de begeleiding aan bod komen.
Ik pas de maat of kleur van de huizen ook aan. Denk bijvoorbeeld aan een kort huis voor de korte klanken of een lang huis voor de lange klanken. De andere straten krijgen een specifieke kleur, die bijvoorbeeld aansluit bij de kleurstelling van taal-in-blokjes of pi-spello.
Natuurlijk maken we snel de koppeling naar het platte vlak en het geschreven woord. Zo lezen we korte verhaaltjes waarin de besproken letters en klanken regelmatig voorkomen. We willen immers dat kinderen inzien dat in taal verhaaltjes verborgen liggen die door lezen tot leven kunnen komen.
Liefs,
Tineke
Meer weten over dit onderwerp?
Wil je meer weten over het verkleind lettersysteem en/of ‘levende letters’? Kijk op mijn social media kanalen en/of lees een van de volgende boeken:
- 26 letter en dan… | Gerda Witte Kuijs, Petri Duysters en Magda Jacobs | Boek in Beeld
- De jonge beelddenker | Tineke Verdoes | Uitgeverij SWP
- Beelddenken in de praktijk | Anneke Bezem en Marion van de Coolwijk | Beeld en Brein
Gerelateerde boeken
-
De jonge beelddenker
€31.00 inc. BTW