Skip to content

Vijfmaal de tafels een keer anders

“Kun je iets bedenken voor het herhalen van de tafels?” vroegen de directrices van de school waar ik inval bij groep 5. “Herhaling is altijd prettig en misschien heb jij leuke ideeën.” Ideeën genoeg, maar waren deze ideeën ook haalbaar op groepsniveau? Zo ontstond een zoektocht naar leuke en effectieve werkvormen waarbij een grote groep kinderen tegelijk aan de slag kon gaan. In deze blog deel ik de werkvormen die zowel bij de kinderen als bij mij in de smaak vielen.

Kamertje verhuren

Dit is zo oud als de weg naar Rome; ik deed het veelvuldig tijdens tussenuren op het VO. Maar een zeer groot succes bij mijn groep 5.

Je speelt het spel met z’n tweeën. Elk kind kiest een kleurstift. Rol met de dobbelstenen (2 stuks). Gebruik het aantal ogen om de basis en hoogte te tekenen van een rechthoek. Of laat de kinderen het juiste aantal vakjes omlijnen. Je kunt ervoor kiezen om het antwoord van de tafelsom in het midden op te laten schrijven, maar in de snelheid van het spel en het enthousiasme van de kinderen wordt dit vaak vergeten. Het spel eindigt als één speler geen plaats meer heeft om te tekenen. De winnaar is diegene die de meeste vakjes heeft gebruikt.

Tafeltje verhuren

Op het internet staan verschillende varianten van dit spel. Ik heb ervoor gekozen om het spel met 4 dobbelstenen aan de kinderen uit te leggen, maar je kunt ook aangepaste dobbelstenen regelen voor de hogere tafels.

Per tweetal is er een blad met tafeltjes. Elke tafel heeft een getal dat omringd is door 4 stippen en 4 dunne lijntjes. Je speelt het spel met 2 spelers, elke speler kiest een kleurstift. In deze versie maak ik dus gebruik van 4 dobbelstenen. De leerlingen tellen de ogen van 2 dobbelstenen bij elkaar op en vermenigvuldigen deze (5+4=9 en 2+3=5, dat maakt de som 9×5=45). Daarna gaan ze op zoek naar het antwoord op het tafelvierkant. Doordat ze de ogen zelf mogen optellen, gaan ze strategisch denken of passen ze hun optelling en daarna dus ook hun tafelsom aan.

Op de foto zie je: 1+4=5 en 1+4=5 maakt de tafelsom 5×5=10.

In het kort ziet het er als volgt uit: de speler die gegooid heeft met de dobbelstenen, zoekt de oplossing op het tafelvierkant en kleurt 1 zijde van het vakje in zijn kleur. Daarna is de volgende speler aan de beurt.

Wanneer een speler de 4e zijde van een vierkantje heeft kunnen aanstrepen, mag hij het vakje inkleuren met zijn kleur. Wie de meeste vakjes heeft kunnen ‘huren’ (inkleuren), wint het spel. Dit spel is zo populair, dat het in de kleine pauze wordt doorgespeeld.

Tafelkleurplaten

Ik heb van het werken aan de tafels een tafelcircuit gemaakt, waarbij elke tafelgroep werkt met een werkvorm. Om het geluidsniveau enigszins te beperken, ben ik ook op zoek gegaan naar werkvormen die iets rustig van aard zijn dan voorgaande werkvormen.

Ik kwam uit op het inkleuren van kleurplaten. Er zijn vooral Engelse versies te vinden op het web, maar dat maakt voor de tafelsommen niet zo heel veel uit. Ik bespreek altijd kort met de kinderen wat de Engelse kleuren zijn. Daarna kunnen ze aan de slag.

Ik heb een versie gevonden waarbij de uitkomst totaal onduidelijk was. Dit vinden kinderen echt super leuk! Ik heb er echter maar een kunnen vinden online, dus maak ik nu gebruik van versies waarbij je enigszins weet wat de uitkomst is. De kinderen genieten ervan en kleuren de plaat vaak af tijdens de Zwerklessen.

Geheimsommen

Op de website van Onderwijswereld-PO vind je leuke downloads. Zo kwam ik geheimsommen met het thema Valentijn tegen. Deze sommen zijn ook na die tijd nog goed te gebruiken en geven net als de kleurplanten een beetje tegenwicht aan al het geluid in de klas. Ik heb van de geheimsommen meerdere versies, want over het algemeen duurt een tafelcircuit bij mij ongeveer 30 minuten.

Zeeslag

Dit is een van de moeilijkste werkvormen, maar zeer uitdagend voor de slimmeriken in de groep. Bij het spel Zeeslag is het de bedoeling te ontdekken waar de schepen van je tegenspeler liggen. Om met dit spel te kunnen beginnen, moet je eerst je schepen in zee plaatsen. Dit doe je door vakjes in te kleuren op de eerste spelkaart. Dit mag horizontaal of verticaal.

Een bom vuur je af door een tafelsom met het bijbehorende antwoord te noemen. Als de speler een schip raakt, dan zegt de tegenspeler “boem”. Mist de speler, dan zegt de tegenspeler “plons”. Is een bom raak gegooid, dan mag een speler nog een keer. Is het raak dan zet je een kruisje, is het mis dan zet je een streepje.

Wie kan als eerste de schepen van de tegenstander vinden?
Ik heb ervoor gekozen om alvast tafelsommen te noteren, zodat beide kinderen met dezelfde tafel bezig zijn. Hierdoor kunnen ze elkaar helpen. Het gaat tenslotte ook om een leuke manier van leren.

Andere leuke opties

In deze blog heb ik 5 werkvormen gedeeld die de kinderen en ik erg leuk vinden. Er zijn natuurlijk nog heel veel andere werkvormen om de tafels te oefenen. Zo spelen we vaak de kaboem-versie, gebruiken we Jenga-stenen of maken we ouderwetse happetjes. Kortom: ideeën genoeg! Ik hoop je geïnspireerd te hebben om aan de slag te gaan met een tafelcircuit in jouw groep. Mocht je nog een super leuke werkvorm hebben die ik aan mijn circuit kan toevoegen, dan verneem ik het graag!

Liefs,
Tineke

N.B. Deze blog staat ook op www.onderwijswereld-po.nl

Back To Top