Skip to content

SplitsBoost dag 7 – Splitsen koppelen aan plus en min sommen.

Ik zit in de koffiekamer te genieten van een rustmomentje als een van mijn ‘collega’s’ (tja, als je al bijna 5 hier als externe RT-er hier werkt … voelen mensen toch echt als collega’s 😊) naast me komt zitten. Ze stoot me aan: “Tineke, kun je me helpen? Deze groep 4 kan echt niet over het tiental heen rekenen en ik weet geen oplossing meer …”

Dit soort kwetsbare vragen vind ik geweldig. Dus na de pauze loop ik langs bij de IB-er van deze school. Zij gaat immers over de invulling van mijn RT-uren. Samen komen we tot de conclusie dat ik een reeks (voorbeeld-)lessen ga geven. Op deze wijzen hebben de leerlingen EN de leerkracht profijt van mijn oplossing.

Ik bouw mijn lessen langzaam op. In mijn achterhoofd blijft het belangrijkste advies dat ikzelf kreeg tijdens mijn Splits-reis.

Naast het voor en nadoen van activiteiten is het van belang dat leerlingen ervan bewust worden waarom het belangrijk is dat ze de splitsingen kennen. Juist dit aspect is van belang. Een belangrijk advies is dan ook, om steeds als je bezig bent met opgaven tot 20, de kinderen erop te wijzen dat hier de kennis van splitsen ingezet kan worden.

Wijs kinderen erop dat ze de splitsingen tot en met 10 kunnen gebruiken bij het rekenen tot 20!

Bron: splitslijn – Frits Splits katern

Stap voor stap

In de eerste les liet ik de kinderen kennis maken met woorden die horen bij het over het tiental heen rekenen. Deze woorden moeten goed in hun gehoor komen te liggen, zodat mijn instructie aan gaat komen.

We leren dankzij spelletjes op het bord én heel veel herhalen (elke dag 5 min.);

  • wat tientallen zijn
  • het eerst volgende tiental
  • het voorgaande tiental
  • Wisbordjes in de aanslag

Wisbordjes in de aanslag

Elke les herhalen we werkvormen als deze én voegen we slechts één nieuwe werkvorm toe!

Werkvorm 1 (max. 5 min): Ik heb op het bord een getallenlijn tot honderd hangen. Ik zet een tiental op en de kinderen schrijven op een wisbordje op om welk tiental het gaat.

Werkvorm 2 (max. 5 min) : Ik heb op het bord een getallenlijn tot honderd hangen. Ik zet een getal op (bijv. 54) en de kinderen schrijven op een wisbordje wat het eerst volgende tiental is (in dit geval 60).

Werkvorm 2a: Bij voorgaande werkvorm noteer ik op het bord van welke verliefde getallen ik gebruik maak (zie blauwe kader).

Werkvorm 3 (max. 5 min) : Ik heb op het bord een getallenlijn tot honderd hangen. Ik zet een getal op (bijv. 54) en de kinderen schrijven op een wisbordje wat het voorgaande tiental is (in dit geval 50)..

Nu het echte werk

Ook als ik ga werken ‘aan het echte werk’ herhaal ik kort de spelvormen van hiervoor. Op deze wijze staan de juiste ‘laatjes’ open om te kunnen rekenen.

Dus op naar heeeeeeeeeeeeeeeeel veeeeeeeeeeeeeeeeeeel voorbeelden op het bord die leerlingen samen met mij mogen maken.

Dus op naar heeeeeeeeeeeeeeeeel veeeeeeeeeeeeeeeeeeel sommen die ze eerste zelf mogen maken en daarna met mij op het bord samen nakijken.

Dus op naar heeeeeeeeeeeeeeeeel veeeeeeeeeeeeeeeeeeel sommen die ze eerste zelf mogen maken.

En als het dan nog niet lukt?

Voor de meeste leerlingen uit deze groep 4 was twee keer per week langskomen in een periode van 8 weken genoeg. Ze konden zowel overweg met de plus- als met de min-sommen. De leerkracht én onderwijs assistente werkte in al die tijd ook aan hetzelfde doel en gebruikte de zelfde taal.

Natuurlijk moet nu nog steeds elke les kort en krachtig (een min. per oefening) gewerkt worden met de werkvormen om de juiste laatjes op te krijgen. Maar het is ons gelukt!

Nou ja, bijna dan. Want voor de laatste zwakker rekenaar komt nog een klein RT-staartje. Zij werken de komende periode bij mij extra met de splits-boot of de splits-bus. En natuurlijk ligt er altijd een Alu-lijn voor ze klaar.

Want voor sommige zwakker rekenaars (en leerkrachten) blijft Spitsen nu eenmaal een hele klus.

En dat is helemaal oké!

Liefs,

Tineke

.

Gerelateerde boeken

Back To Top