Je kent ze wel. Die kinderen die dolenthousiast beginnen te vertellen met een verhaal. Het verhaal heeft kop nog staart. Ze beginnen gewoon. Bij het einde of juist middenin. Ze lijken hele stukken van het verhaal over te slaan. Ook tijdens het lezen van zijn opstel denk je regelmatig: waar gaat dit heen …
De essentie
Een beelddenker vertelt of schrijft de essentie van iets. Ze zitten helemaal in hun eigen verhaal en ZIEN alles voor zich. Ze hebben geen idee waar te starten, dus beginnen ze maar bij wat voor hen belangrijk is. Dat ene goal, dat spannende moment of dat mooie rapport cijfer. Ze houden hierbij geen rekening met de voorkennis van de luisteraar of lezer. Ze hebben het magische idee dat jij kunt zien wat zij zien. Daarbij hebben ze al vaker ervaren dat woorden en zinnen vervliegen. Snel vertellen of opschrijven is dan ook een noodzaak ……. want anders is het misschien weg. Ze struikelen dus over hun woorden, maar eigenkijk struikelen ze over hun innerlijk beeld.
Het dikke mannetje biedt uitkomst
Het dikke mannetje gebruik ik in mijn praktijk als handvat. Dit doe ik zowel bij begrijpend lezen als bij het vertellen/ schrijven van een verhaal. Elke tekst heeft immers een opbouw.
De tekst begint meestal met een inleiding.
- In de inleiding staan het onderwerp en de hoofdgedachte.
- De inleiding is een aandachtstrekker.
- De inleiding eindigt vaak met een vraag of een mening.
In het middenstuk van een tekst worden verschillende kanten van
het onderwerp besproken.
Het laatste deel van een tekst is het slot.
- In het slot komt vaak de hoofdgedachte van de tekst terug.
- Dat is vaak in de vorm van een conclusie of een samenvatting:
– Kortom …,
– Samengevat …,
– Daarom vind ik ….
Door het dikke mannetje in te zetten tijdens begrijpend lezen EN het vertellen/ schrijven van een verhaal versterkt de werking ervan. In de klassen waarbij ik op deze wijze werkte was er een significante stijging op de cito.
Wanneer de leerlingen begrijpen HOE het dikke mannetje werkt voor én tijdens boven genoemde lessen, maken we de overstap naar het vertellen van een verhaal.
Het dikke mannetje in de praktijk
In de praktijk komt het er om neer dat ik samen met de leerling opzoek ga na de opbouw van zijn verhaal. We beginnen met het ‘vullen’ van het hoofd. Dit gaan we kort en bondig doen. We hebben in ‘het lijf’ van het dikke mannetje ruimte om uit te weiden. We willen als luisteraar of lezer graag weten over wie het verhaal gaat. Daarnaast laat ik de leerling in dit deel nadenken over de W-vragen: wie, wat, waar, wanneer & hoe.
Beelddenkende kinderen vinden het in het begin lastig om voor hun gevoel ingeperkte te worden, maar ze gaan gaandeweg de lessen ontdekken dat het fijn is om teksten beter te begrijpen én begrepen te worden, waardoor ze steeds meer zelfstandig met deze manier van verhalen vertellen aan de slag gaan.
Ook het middenstuk kan een uitdaging zijn. Vaak neem ik boeken als voorbeeld. De schrijver heeft aandacht besteed aan de volgorde waarin hij het verhaal vertelt. Wij gaan dat ook doen. Stapje voor stapje bouwen we het verhaal op zodat ook anderen begrijpen wat we beleven, meemaken of willen vertellen.
Elk verhaal heeft ook een einde. Al is het lastig voor een beelddenker een einde aan zijn verhaal te breien. Toch gaan we het hem aanleren. Bij jonge kinderen eindigt het verhaal vaak abrupt met: ze leefde nog lang en gelukkig of het was leuk. In de midden- en bovenbouw gaan we de uitdaging aan om de leerling een conclusie of samenvatting te laten vormen. Op deze wijze weet de lezer/ luisteraar dat het verhaal ten einde komt.
Het effect van het dikke mannetje
De vorm van het dikke mannetje geeft de beelddenker houvast. Ze kunnen zich voorstellen waar ze zich in het verhaal bevinden: O ja, ik ben bezig met de voeten. Ik ga nu niets nieuws inbrengen.
Het dikke mannetje werkt voor zowel de beelddenker die niet of nauwelijks uitweidt en voor de beelddenker die maar door en door spreekt zonder lijn in zijn verhaal. De beelddenker die zich heeft afgeleerd om langer te spreken, wordt door het gebruik van het dikke mannetje gestimuleerd om ‘het lijf’ dikker te maken, waardoor zijn verhaal verrijkt wordt. We leren op deze wijze steeds meer over zijn innerlijke wereld. De beelddenker die zonder lijn in zijn verhaal vertelt, wordt uitgenodigd om lijn aan te brengen. Op deze wijze wordt hij beter begrepen en zal zijn omgeving (weer) vaker naar zijn verhaal of mening vragen. We stimuleren hem om meer en meer hoofd- en bijzaken te scheiden en tot he point te komen.
Ervaar zelf de voordelen van het dikke mannetje door hier een versie te downloaden: het dikke mannetje_download
Liefs,
Tineke
Gerelateerde boeken
-
Denken in beelden
€29.00 inc. BTW -
Beelddenker in het voortgezet onderwijs
€21.00 inc. BTW